Na het bezoek aan Kinderdijk en een nachtje doorbrengen op de ijsbaan hebben we wel genoeg van Oud-Alblas. We gaan naar Zeeland. We bellen eerst twee campings dicht achter de duinen bij Domburg. De eerste neemt de telefoon niet op en bij de tweede meldt het antwoordapparaat dat ze tot begin oktober volgeboekt zijn. We verleggen de aandacht een beetje van de kust af en vinden een helemaal leeg veld op camping de Molenhoek in Kamperland. Alle ruimte voor ons zelf.

Lunchen is niet meer nodig. Bij de viswinkel van Kamperland hebben we elk een lekkerbek besteld en die bleek groot genoeg om in z’n eentje een maal te vormen. Bij de viswinkel nemen we ook nog een flinke portie visbami mee vanavond. Hoewel het bewolkt is en hard waait is het wel droog. Regen wordt pas voorspeld voor de namiddag. We besluiten met de fiets de veerpont op te zoeken die ons over het Veerse Meer naar Veere brengt. Over het Veerse Meer waait een stevige wind en er staan behoorlijke golven. Zoveel dat de veermannen er een beetje zenuwachtig van lijken te zijn. De fietsen moeten zoveel mogelijk in de kajuit worden gestald en de rest op het dek vastgebonden. De overtocht verloopt zonder enig incident en de genomen maatregelen ons inziens volledig overbodig.

We wandelen op ons gemak even door de staatjes van de stad en na een kop koffie op een terras fietsen we langs het meer richting Vrouwenpolder en vervolgens terug naar de camping. Al met al best een leuk tripje. We zitten net in de camper als de weergoden beslissen dat het nu wel lang genoeg droog is geweest. Zeker tot half acht is het binnenblijven.

Morgen willen we, als de weersvoorspelling niet veranderd, op de fiets langs de kust via Domburg naar Westkapelle. Aan het begin van de avond wil Harm proberen of er nog iets te vangen is vanaf het Banjaardstrand bij de stormvloedkering.

Tot morgen